Hugenoten:

 

Hugenoten is een benaming die in de 16e -17e en 18e eeuw in Frankrijk werd gegeven aan protestanten. De herkomst van het woord is onduidelijk Mogelijk verwijst het naar Besancon Huges, de leider van een religieuze revolutie in Geneve, of is het een verbastering van het woord "Eidgenossen" waarmee impliciet het zogenaamde "niet Franse karakter" van het protestantisme beklemtoond zou zijn. Dat komt ook tot uiting in een herleiding tot het Nederlandse (Vlaamse) "HUIS DER GENOTEN"  Het woord kan afstammen van "Le Hugon' wat kwade geest betekend. De katholieken gebruikten de term "Hugenoten"als scheldnaam. Later namen de protestanten in Frankrijk deze term aan als Geuzennaam over

Hugenoten zijn aanhangers van het Calvinisme, de Franse vorm van het protestantisme. Dit geloof verspreidde zich in het zuiden van Frankrijk op de voedingsbodem van het "ketterse"geloof van de katharen, ook wel  Älbignezen" genoemd. Dat werd door de kerk van Rome met hulp van de koning van Frankrijk in een aantalkruistochten uitgeroeid in de eerste helft van de 13e eeuw.

Opkomst van het Calvinisme in de 16e eeuw:

Twee eeuwen later was er een nieuwe religieuze stroming "Calvinisme"genoemd, die zich in Frankrijk verspreidde en dan met name in Normandië-Poitou (de Vendee)-Angouleme (de Dordogne)- Guyenne (Gascogne) de Languedoc., het bergland van Auvergne en de Dauphine. Het aantal Hugenoten wordt in het midden van de 16e eeuw op een half miljoen geschat. Talrijke adellijke families gingen over tot het Calvinisme en gaven het macht en aanzien. Ook aan het koninklijk hof in Parijs was hun invloed groot. Inmiddels ontwikkelde zich een gewelddadige burgeroorlog om de macht in Frankrijk. Bij de "Michelades van Nimes" in 1567 doodden Hugenoten tachtig katholieke priesters en monniken- een voorafspiegeling van wat zou volgen. De latere koning Hendrik IV koos partij voor de protestanten en leidde de calvinistische troepen in een aantal veldslagen. In 1572 probeerden de katholieken de strijd te beslechten met een massale moordpartij op calvinistische leidende personen en hun volgelingen in Parijs. Deze massamoord op naar schatting ten minste 10.000 hugenoten worden sindsdien de "Bartholomeüsnacht" genoemd. Om zijn aanspraak op de troon te behouden stapte Hendrik IVover naar de katholieke partij maar dat werd niet vertrouwd en kreeg daarom huisarrest opgelegd. In 1576 ontsnapte hij en ijverde voor een religievrede. Die kwam op beperkte wijze toto stand door vaststelling en erkenning van een aantal vrijplaatsen wee hugenoten hun godsdienst mochten beoefenen. Daarbuiten hadden zij geen rechten meer. In 1589 werd  Hendrik IV koning van Frankrijk, maar niet voordat hij zich had bekeerd tot het katholieke geloof. Zijn pragmatisme bleek wel uit zijn laconieke uitspraak dat "Parijs een mis waard is" Het Edict van Nantes bracht in 1598 rust door de garantie van godsdienstvrijheid, zij het op  een beperkt aantal plaatsen. Daarna dicteerde de contraformatie steeds meer de gang van zaken en gaandeweg werden met spitsvondige redenen de vrijplaatsen, meestal steden, in aantal beperkt. Zo verdwijnt het openlijke calvinisme uit veel Franse streken.

 

Ondergang van het Calvinisme in de 17e eeuw

Het aantal openlijke belijdende Hugenoten halveerde door het toenemende aantal koninklijke decreten tegen het onderwijs en de godsdienstuitoefening. Ze werden uit openbare ambten ontslagen en de meesterdiploma's van handwerkers en artsen werden ongeldig verklaard. De armen- en ziekenzorg werd Katholiek monopolie, alleen beschikbaar voor katholieken. Lastenverzwaringen en erfrechtbelemmeringen dienden ertoe de financiële draagkracht van de belijders van de dissidente religie te verzwakken. "Dragonnades" inkwartiering van soldaten in woonhuizen van Hugenoten, maakten hun het dagelijks leven moeilijk. Hugenotenkerken werden vernield waarna de herbouw verboden werd. Uiteindelijk bleven nog 170 kerken in gebruik, amper een kwart van het oorspronkelijke aantal.

Verbod en vlucht:

Na de intrekking van het Edict van Nantes in 1685 waren de Hugenoten persoonlijk vogelvrij. Het vervangende Edict van Fontaineblue verklaarde het openlijk belijden van het Calvinisme tot een strafbaar feit dat bij veroordeling leidde tot de confiscatie van het bezit. Dit leidde uiteindelijk in de keuze tussen "terugkeer naar de moederkerk"of de emigratie. Sindsdien gold het absolute dogma "UN ROI UNE FOI"ofwel diende in Frankrijk voor iedereen te gelden (Een koning-een wet- een geloof) Tot 1710 vertrokken daarop meer dan 300.000 hugenoten. Honderdduizenden vertrokken naar Zwitserland, daarin zijn ook de Waldenzen begrepen die tegelijkertijd hun bergdorpen in Piemonte verlieten.Verder gingen er ruim 70.000  50.000 naar Duitsland (vooral Pruisen en Wurttemberg) eveneens 50.000 naar Engeland en kleinere aantallen naar Scandinavie en Rusland en vooral naar Zuid Afrika. Onder de naam Camisards wisten kleine gemeenschappen Hugenoten hun bestaan nog een eeuw te rekken in afgelegen gehuchten in de Cevennes waar zij zich uiteindelijk als Katholiek voordeden. Militaire expedities en inkwartieringen brengen hen niet verder dan een uiterlijke bekering tot de kerk van Rome. Predikanten en onderwijzers die daar ontdekt of verraden werden, kregen een veroordeling tot galeislaaf.

In 1787 werd de opheffing van de Edict van Nantes weer ongedaan gemaakt en konden de overgebleven ondergedoken Hugenoten weer openlijk voor hun geloof uitkomen. Bij de Franse Revolutie namen zij een belangrijke plaats in en werkten zij mee aan de ontkoppeling van Franse Staat en de Rooms Katholieke Kerk.

Nederland:

Een groot aantal Hugenoten vestigde zich in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Alleen in Amsterdam an 12000, waarmee rond 1700 ongeveer 6 % van de Amsterdammers van afkomst Frans was. Zij verenigden zich in de Waalse kerk, eerder opgericht als organisatie van gevluchte  Franstalige Calvinisten uit de Zuiderlijke Nederlandsn. Deze Waals-Franse gemeenten bestonden al of werden nu voor het eerst in de meeste steden van Holland, maar ook in de grote steden binnen de andere provincies. Zij waren onderdeel van deNederlandse Hervormde kerk, die tot 1815 "Nederduitsche Gereformeerde Kerk"werd genoemd. Tot in de 20e eeuw kerkten de ook beter gesitueerde burgers zonder Franse of Waalse afkomst, en daarbij ook de leden van het Oranje-vorstenhuis, in de "Waalse kerk" vanwege de Franstalige en vaak intellectueel hoogstaande preek.

Onder de duizenden vluchtelingen waren veel militairen die in dienst waren geweest van  Lodewijk XIV. Bijna driehonderd officieren werden in 1685 door Prins Willem III in het Staatsleger opgenomen. In 1688 gingen zij mee naar Engeland en namen zij deel aan de Slag aan de Boyne in 690 tegen de Katholieken.

Andere Hugenoten kwamen terecht aan een van de Universiteiten of in het boekenvak, omdat de gilde vreemdelingen toeliet. Van de 230 uitgevers die Amsterdam tussen 1680 en 1730 telde, waren er 80 in handen van Hugenoten. Zij verzorgden ook een aanzienlijke productie van Franstalige werken die in Frankrijk verboden waren.

 

Enkele Franstalige namen van Hugenoten die in Nederland (nog) voorkomen  

Fillippo (Phillipeau) Plessius (du Plessis) Pieket (Picquet) Blansjaar (Blanchard) Bertou (Berthault) Prooper (Prope) Dusseljee (Du Cellier) Saunier (Sonnier) Noë / Noue (Nowee) Dupont (Du Pont)  Kanaar (Canard) Bedijn (Boidin) Zuurmond (Surmont) Ook werd de Franse achternaam vertaald: de Liefde (LL'Amoureau) of afgekort Odde (Odde La Valee)

 

Hugenotenkruis       

Het Hugenotenkruis dateert uit de 17e eeuw, de exacte herkomst is ondijdelijk. Vermoed wordt dat het is ontworpen door een edelsmid uit Nimes in 1688, drie jaar na de herroeping van het Edict van Nantes. Het was onmiddellijk een succes, omdat het de protestantse gelovigen de mogelijkheid gaf een symbool te dragen dat anders was dan het gehate rooms-katholieke kruisje. In het begin deden alleen de Hugenoten dat, sinds de 19e eeuw geldt het als algemeen calvinistischsymbool.

Bijzonder is wel dat de familie Noë / Noue / Nowee als protestanten naar oa Nederland vluchtten en er een aantal personen met een katholiek meisje huwden, en na het huwelijk het Katholieke geloof gingen belijden.

 

Bronnen : oa Wikipedia-Geschiedenisboeken.